De utopie van de vrije markt

De utopie van de vrije markt, Hans Achterhuis. 800 woorden.
Lemniscaat, ISBN 978 90 477 0257 3.

De meesten van ons, en ik in het bijzonder, zijn geschokt en kunnen het nog steeds niet geloven’, zo zei Greenspan, tot 2006 president van de Amerikaans Federal Reserve Bank, Fed, in zijn getuigenverklaring voor het Amerikaans Congres (2008) over de krediet crisis. Er moest ‘een fout zitten in de overtuiging dat de vrije markt zichzelf beter kan reguleren dan enig overheidstoezicht dat zou doen.

Met deze quote ondersteunt Achterhuis zijn motivatie om het boek te schrijven. Het is een zeldzaam belangrijk boek geworden, een Must voor ieder die te maken heeft met het mechanisme van de vrije markt. En wie heeft dat niet?
Greenspan was aanhanger van Ayn Rand, schrijfster/filosoof. Haar roman Atlas Shrugged (1957) schetst een utopische wereld gebaseerd op gretigheid en bezit als deugden, in een volledig op de vrije markt gebaseerde maatschappij. Het is al jaren, na de bijbel, het meest gelezen boek in Amerika. Rand had een kring van vooraanstaande mensen, zoals Greenspan, om zich heen. De populariteit van dit boek is overigens ook voorbeeld van wat de kunst in de samenleving kan veroorzaken. Rand en haar roman zijn voor Achterhuis “de kapstok” van zijn boek.

Greenspan zelf vertelt dat hij ervan overtuigd was dat de argumenten van Rand in Atlas Shrugged zo ‘schitterend nauwkeurig waren opgebouwd, dat alle eerlijke mannen en vrouwen het er wel mee eens moesten zijn’. Rand zei hij, had hiermee ‘het morele fundament onder het kapitalisme gelegd.

Greenspan werd bepaald door Rands’ utopie, had geen ruimte voor andere beelden.

Achterhuis beschrijft vervolgens een historische lijn vanaf de Grieken tot nu rond het ontstaan van de vrije markt ideologie. Handel diende oorspronkelijke het verdelen van overproductie, de prijs was de balans tussen inspanning van verkoper en behoefte van de koper. Vandaag gaat het om “markt prijs”, het maximale dat je kunt maken voor je product.
We worden meegenomen naar de tijd van de Commons,
‘de gemeenschappelijke grond waarvan ieder gebruik maakte voor zijn basis behoeften’. De kwamen onder druk te staan Door de toename van handel en industrie werden commons geclaimd voor het houden van meer schapen. Het leidde tot een grotere gemiddelde, maar ongelijk verdeelde, welvaart . Armoede nam toe en mensen zagen zich genoodzaakt hun arbeid te verkopen. De verschuiving van richting gevende hartstochten als eer, strijd en trots naar hebzucht en bezit was begonnen.

‘Sinds mensen heugenis’ waren utopieën gericht op tegengaan van hebzucht. ‘Gij zult niet begeren’ was een noodzakelijk ethos voor samenleven ter voorkoming van roof en criminaliteit. Er was een gezamenlijk belang en een verband tussen moraal, religie en economie.
De vrije markt wakkert begeerte aan. Geld maakt begeren van andermans goed, de auto van de buurman, zonder diefstal bereikbaar door het verzamelen van geld. “Niet begeren” wordt in Rands’ utopie ‘greed is good’, gezamenlijkheid raakt volledig op de achtergrond.
De verzorgingsstaat met zorg, relatief minimum en werk voor iedereen wordt een door wetten geregeerde vrije markt. Voorbeelden van misbruik van voorzieningen in de zorgstaat worden aangehaald om deze als dystopie af te spiegelen.

In een tocht langs denkers van Thomas More (15e eeuw) tot Karl Marx en Keynes, komen we tenslotte bij Friedman die, met Rand, de oplossing van alle maarschappelijke vraagstukken ziet in de vrije markt (neoliberalisme). Hij verklaart economie tot wiskundige wetenschap.
Friedman won terrein en vond geleidelijke invoering van de vrije markt een beperking. Crises werden gebruikt om het markt principe op te leggen. Achterhuis noemt Chili onder Pinochet en geeft dramatische voorbeelden uit de situatie rond de tsunami in 2004.
Alles wordt markt, zelfs waterbeheer wordt waterbezit. Het gevoel van gezamenlijk gebruik van erfgoed verdwijnt ten gunste van het individueel belang en bezit als sleutels van geluk.
Inmiddels is duidelijk dat Vrije Markt maatschappelijke vraagstukken oplost nog leidt tot kwaliteitsverbetering.
Achterhuis beschrijft o.a. de zorgsector als voorbeeld. We zien schaalvergroting, winstbejag, controle en bureaucratie in plaats van kwaliteitsverbetering. Ziekhuizen profileren zich op de commercieel meest aantrekkelijke handelingen. Markt maakt zowel klant als leverancier gretig en ontevreden. Menselijke wederkerigheid, troost, begrip zijn vervangen door transactie, effect, meten, productiekosten, geld. Vertrouwen is vervangen door contracten. De consument verdwaalt in een grootschalige wereld, afhankelijk en met een verschil in kennis en bezit.

We raken het toppunt van individualisme : het heilig verklaarde individu tegenover de samenleving als beperking en bedreiging. Geld, heeft de mens veranderd –net als de anticonceptiepil en automobiliteit.
Neoliberalisme stelt individualiteit boven gemeenschappelijk burgerschap.
Individualiteit echter is eindpunt van een ontwikkeling, niet het begin van een maatschappelijke ordening. Vrije markt als ideaal ontkent dit volledig.
Het is noodzaak oog te hebben voor onze eigen gevoeligheden èn op zoek te gaan naar Dat Wat Bindt-
Het boek van Achterhuis is een belangrijke bijdrage aan de zoektocht naar voor nu “de minst slechte vorm van samenleven”, want verandering begint bij inzicht in het heden zonder het te veroordelen.

Jan Weeda, zomer 2011

Nog enkel quotes:

Verheerlijk het verleden niet: Aristoteles leefde in een maatschappij met slavernij waarin ook vrouwen niet meetelden. De adel had grond en opbrengst enzo meer…Veroordeel niet: gretigheid is een menselijke eigenschap. We hebben een maatschappij gecreëerd die dit aanwakkert. We hebben een maatschappij die geld centraal stelt. Kijk niet naar toen met het beeld van nu. Openoog waarnemen en onderzoeken.’

Vlak na crisis vult ING al weer de bonussen pot Greed is Good. Geld maken is de maatschappelijke verantwoording: dit blijven roepen maakt het tot waarheid: performatief. Economen beschrijven de werkelijkheid niet, ze vormen die. Geld maakt begeerte mogelijk, dat gaat op voor ieder en voor bankiers in het bijzonder.

De ethiek van Aristoteles, deugden die ons vandaag kunnen helpen een nieuwe richting te bepalen.